Het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt, enerzijds, en werkgerelateerde factoren, anderzijds. De persoonlijke middelen waarover we beschikken, zijn onze gezondheid en functionele capaciteiten (eerste verdieping), onze competenties en vaardigheden (tweede verdieping) en onze waarden, attitudes en motivatie (derde verdieping). Onder de werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap (vierde verdieping). De trappen tussen de verdiepingen geven de wisselwerking tussen de verschillende dimensies van het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

weer.

Zo veranderen onze persoonlijke middelen bijvoorbeeld met het ouder worden, terwijl de eisen van het werk worden beïnvloed door de mondialisering en door nieuwe technologieën. De factoren die het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

beïnvloeden, veranderen dus voortdurend. Om een goed

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

 gedurende het hele beroepsleven  te verzekeren, moeten er maatregelen worden getroffen die alle dimensies van het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

bestrijken – gezondheid, vaardigheden en competenties, en motivatie. Het op peil houden en bevorderen van het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

vergt goed leiderschap en een goede samenwerking tussen werkgevers, managers, leidinggevenden en werknemers.

Het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Zo kunnen familie en de naaste omgeving het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

in de loop van het leven ook op verschillende manieren beïnvloeden. Een goed evenwicht tussen werk en privéleven is dan ook belangrijk. 

De samenleving en de operationele omgeving verschaffen de infrastructuur, diensten en regels die organisaties kunnen helpen om het

Het werkvermogen kan worden omschreven als het evenwicht tussen de middelen waarover iemand beschikt en werkgerelateerde factoren. Het werkvermogen wordt ook beïnvloed door de omgeving buiten het werk. Tot iemands persoonlijke middelen behoren onder meer: (1) zijn gezondheid en functionele capaciteiten; (2) zijn competenties en vaardigheden; (3) zijn waarden, attitudes en motivatie. Onder werkgerelateerde factoren vallen de inhoud van het werk, de werkomgeving, de werkorganisatie en het leiderschap. (Bron)

op peil te houden en te bevorderen.

Over dit onderwerp stelt de Federal Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg een vragenlijst ter beschikking om de werkbaarheid te beoordelen: de Vragenlijst over Werkbaarheid – Questionnaire Facultés de Travail. De VOW  heeft als doel te bestuderen hoe de werknemer het evenwicht tussen zijn eigen eigenschappen en de eisen waar hij mee geconfronteerd wordt waarneemt en beleeft.