De verschillende facetten van het ouder worden

Ouder worden is een complex en onafgebroken proces dat begint bij de geboorte en eindigt als we sterven. Het is een veelzijdig proces van biologische, psychologische en sociale veranderingen. Onze leeftijd wordt gewoonlijk uitgedrukt in jaren en in maanden ( De chronologische leeftijd is de leeftijd van een persoon gemeten in eenheden (normaal gesproken jaren) vanaf de geboorte tot op een bepaalde datum. ), maar er zijn meer aspecten van leeftijd:

Iemand die volgens zijn De chronologische leeftijd is de leeftijd van een persoon gemeten in eenheden (normaal gesproken jaren) vanaf de geboorte tot op een bepaalde datum. 57 jaar oud is, voelt zich misschien eerder 50 jaar ( De psychologische leeftijd geeft aan hoe oud iemand zich voelt en gedraagt. Dit is subjectief en gebaseerd op de eigen inschatting van de persoon. ), is misschien net zo fit als een 45-jarige ( Met de functionele leeftijd wordt iemands functionele fitheid aangeduid in vergelijking met andere personen van dezelfde chronologische leeftijd en hetzelfde geslacht. ) en gedraagt zich misschien als een 40-jarige ( De sociale leeftijd weerspiegelt de culturele en maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van hoe iemand zich hoort te gedragen op een bepaalde leeftijd. Deze leeftijd geeft aan hoe goed iemand omgaat met bepaalde sociale situaties ten opzichte van wat als normaal wordt beschouwd. ).

Veranderingen die optreden met het ouder worden

Mensen veranderen als ze ouder worden. Kenmerken zoals wijsheid, strategisch denken en het vermogen om afwegingen te maken, nemen toe met de leeftijd of verschijnen pas op latere leeftijd. Naarmate we ouder worden, bouwen we ook werkervaring en deskundigheid op. Anderzijds nemen bepaalde functionele (vooral fysieke en zintuiglijke) capaciteiten af ten gevolge van het natuurlijke verouderingsproces.

Die leeftijd gerelateerde veranderingen in onze functionele capaciteiten zijn niet voor iedereen dezelfde. Ze worden immers beïnvloed door diverse factoren, zoals:

• blootstelling aan Omgevingsfactoren zijn elementen in het dagelijks leven en tijdens het werk die positieve of negatieve gevolgen kunnen hebben op de algemene gezondheid van werknemers. Enkele voorbeelden van negatieve elementen zijn chemische factoren (zoals gevaarlijke dampen of gassen), fysische factoren (zoals lawaai of trillingen), biologische factoren (zoals bacteriën, virussen en schimmels) of psychosociale factoren (zoals de werk-privé balans). , onder andere op het werk;
• genetische aanleg voor bepaalde aandoeningen;
• leefstijl (voeding, lichaamsbeweging, tabak en alcohol);
• opleidingsniveau en socio-economische status; en
• geslacht.

De functionele capaciteiten van personen van dezelfde De chronologische leeftijd is de leeftijd van een persoon gemeten in eenheden (normaal gesproken jaren) vanaf de geboorte tot op een bepaalde datum. kunnen dan ook sterk verschillen.

Leeftijd gerelateerde veranderingen en hun invloed op werk

Tijdens het ouder worden treden er bepaalde veranderingen op in de functionele capaciteiten (zoals het verlies van spierkracht, veranderingen in het gezichtsvermogen of een dunner wordende huid), die gevolgen kunnen hebben voor het werk.

In het volgende thema krijgt u meer informatie over leeftijd gerelateerde veranderingen en de gevolgen ervan voor het werk. U vindt er ook een overzicht van de maatregelen die kunnen worden getroffen om de risico's voor oudere werknemers weg te nemen of te beperken, met voorbeelden van maatregelen die organisaties kunnen helpen om te gaan met leeftijd gerelateerde veranderingen op de werkplek.